Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [120]Alle vlees is niet [121]hetzelfde vlees; maar een ander is het vlees der mensen, en een ander is het vlees der beesten, en een ander der vissen, en een ander der vogelen. 120. Dewijl tegen geworpen zij kunnen worden: Nademaal het vlees van andere dieren niet opgewekt wordt, dat alzo het vlees der mensen ook niet zal opgewekt worden, aangezien het enerlei schijnt te zijn, zo antwoordt de apostel dat er onderscheid tussen het vlees der mensen en van andere dieren. De reden wordt niet uitgedrukt, maar is deze de voornaamste, omdat het vlees der mensen door een redelijke en onsterflijke ziel levendgemaakt is geweest, en het lichaam der andere dieren door een onredelijke ziel, die met het vlees sterft en vergaat, en ook omdat God aan de redelijke mensen, niet aan de onredelijke dieren, Zijne genade en rechtvaardigheid, naar lichaam en ziel, eeuwig wil betonen. 121. Dat is, van enerlei gehalte; alzo dat het met het ene vlees zou moeten gaan gelijk met het andere.